Filips de Goede gaf Wechelderzande op 13 maart 1440, samen met Gierle en Lille, in leen aan Ambrosius de Dynter. De schepenbank of het laathof van de leenheerlijkheid kreeg dan ook de naam Hof d’Intere. Het laathof had zitting in een herberg in het dorp.
Het gebouw Hof d’Intere werd in 1649 opgericht door de heer van Wechelderzande, jonker Jan de Proost of Johan de Proost. De nieuw gebouwde, indrukwekkende woonst kreeg de naam Hof d'Intere: enerzijds omdat het was gebouwd op een perceel grond dat leenheerlijk onder de rechtsbevoegdheid van het Hof d'Intere behoorde en anderzijds omdat Johan de Proost in het bezit was gekomen van de rechten van dit leenhof en derhalve ook de titel 'heer van Dynter' mocht voeren.
Van 1686 tot 1964 was Hof d’Intere de pastorij van Wechelderzande. Later deed het dienst als gemeentehuis van Wechelderzande tot de fusie in 1977. Daarna werd het nog een tijdje gebruikt als gemeenteraads-, ontvangst-, ceremonie- en trouwzaal van de gemeente.